De gemeente Den Haag heeft de ambitie om binnen vijf jaar de wachttijd voor een woonwagenstandplaats terug te brengen naar die voor een 'gewone' sociale huurwoning. Hiervoor moeten ongeveer tachtig nieuwe plekken voor woonwagens worden gecreëerd. Dat staat in de Nota Haags Woonwagenbeleid 2024, die door het college van burgemeester en wethouders naar de gemeenteraad is gestuurd.
"We zijn als stad lang tekortgeschoten ten opzichte van de woonwagengemeenschap", stelt wethouder Martijn Balster (foto onder) van Volkshuisvesting. "Dat moeten we onder ogen zien. Het is nu aan ons om met concreet beleid het vertrouwen te herstellen. Dat is wat we ook terug horen in onze gesprekken met woonwagenbewoners: zij willen geen woorden, maar daden."
In april 2024 zijn op de woonwagenlocaties gesprekken gevoerd met de bewoners. Dit om te kijken of de beleidsdoelen van de gemeente voldoende aansloten bij hun wensen of dat deze moesten worden bijgesteld. Daaruit bleek dat uitbreiding van het aantal standplaatsen nog steeds de hoogste prioriteit heeft voor de bewoners.
Momenteel zijn er in de gemeente Den Haag 233 standplaatsen verdeeld over elf woonwagenlocaties en enkele 'snipperlocaties'. Dit aantal is sinds 2009 gelijk gebleven. Uit een woonbehoefteonderzoek onder woonwagenbewoners in 2020 blijkt dat er behoefte is aan ongeveer tachtig aanvullende standplaatsen. In 2025 wordt dit onderzoek opnieuw uitgevoerd. Op grond daarvan zal het aantal benodigde standplaatsen eventueel worden aangepast.
Tekst gaat door onder foto.
Foto: Gemeente Den Haag.
Serieuze opgave
Balster: "Den Haag groeit, maar niet in omvang. Steeds meer mensen willen hier wonen en werken, aan woningen en ruimte is een groot tekort. Dat maakt het snel vinden van voldoende woonwagenstandplaatsen tot een serieuze opgave. Toch is dat wat we als stad móeten doen en wat we als gemeente zúllen doen. De woonwagengemeenschap heeft daar simpelweg recht op."
Het afgelopen jaar zijn de eerste stappen gezet met een nieuwe locatie aan de Henri Faasdreef met 24 plekken, waarvan de helft ter vervanging van de locatie aan de Energiestraat, en vaststelling van het plan voor uitbreiding van de locatie Isabellaland met acht standplaatsen. De komende tijd volgen meer voorstellen, zowel voor nieuwe locaties als voor uitbreiding van bestaande woonwagenlocaties.
Historie
De afgelopen vijftien jaar is de maatschappelijke en politieke beschouwing van de woonwagencultuur sterk veranderd. In 2014 werd de woonwagencultuur door UNESCO erkend als immaterieel erfgoed. In 2017 bekritiseerde de Nationale Ombudsman het tot dan gevoerde 'uitsterfbeleid' en riep op tot het aanleggen van nieuwe standplaatsen.
Het College voor de Rechten van de Mens bevestigde in 2018 dat het wonen in woonwagens essentieel is voor de cultuur en onder mensenrechten valt. In 2020 heeft Den Haag aangekondigd beleid te maken om weer tot uitbreiding van het aantal woonwagenstandplaatsen en ten behoeve van de erkenning van het leven in familieverband in Den Haag.
Op 29 mei 2024 oordeelde de rechtbank van Den Haag dat de gemeente de wachttijd voor een woonwagenstandplaats binnen vijf jaar vergelijkbaar moet hebben gemaakt met de wachttijd voor een grondgebonden (niet-gestapelde) sociale huurwoning.